Pijnstilling

Pijnstilling bij koliek

Als men geen medicatie bij de hand heeft, kan een warm bad of douche soms helpen. Om de nierkoliek onder controle te krijgen heeft men echter meestal medicijnen nodig. Men kan verschillende medicijnen gebruiken:

paracetamol: de gewone pijnstiller die men zonder voorschrift kan kopen kan men nemen. Vaak niet sterk genoeg.

spasmolytica: Buscopan werd en wordt nog altijd veel gebruikt bij nierkolieken. Het wordt goed verdragen.

NSAI’s: Diclonefac helpt meestal erg goed. Als zetpil werkt het ook nog erg snel. Het inbrengen van een ‘suppositoir’ is niet zo aangenaam maar als men een nierkoliek heeft, maakt men daar meestal geen probleem van. Er zijn verschillende NSAI’s te verkrijgen. Mensen met maagproblemen nemen ze beter niet want ze wekken maagzuur op.

Morfine-achtige medicatie is nodig als de hierboven vermeldde medicijnen niet helpen en de pijn vreselijk blijft. Meestal is het de huisarts (van wacht) die deze medicatie inspuit. Dergelijke inspuiting is meestal een echte verlossing en voor vele mensen onvergetelijk. Pethidine is erg effectief.

Mensen die vaak last hebben van nierstenen hebben begrijpen vaak onmiddellijk wat er aan de hand is en kunnen op eigen initiatief een pijnstiller nemen. Het is echter altijd aan te raden om een arts te raadplegen als men nierkolieken krijgt. De arts kan de pijnstilling regelen. De arts kan ook controleren of er ook een ontsteking van de urinewegen is. Dit is erg belangrijk omdat een niersteen in combinatie met een bacteriële ontsteking erg gevaarlijk is.
Ook bij zwangerschap is een andere aanpak nodig.
Soms heeft men nog maar één nier, of maar één werkende nier. Men spreekt dan van een unieke nier. In dat geval raadpleegt men best onmiddellijk een uroloog.